You need to upgrade your flash player
Een naamplaat zoals deze op, de door ons bedrijf gemaakte, bushaarden werd geplaatst.
Een kort stukje bedrijfsgeschiedenis. In 1893 begon mijn grootvader een zelfstandig smidsbedrijf in de Sumatrastraat in de Archipelwijk in Den Haag. In die dagen een nieuwbouwwijk die nog niet helemaal voltoooid was. Mijn grootvader verichtte alle soorten smidswerk met uitzondering van het hoefsmidbedrijf.
Vanaf het begin werd er ook gewerkt met en aan kolenfornuizen, haarden en kachels. Tussen 1898 en 1906 kwamen twee zoons, waarvan één mijn vader was, ook in het bedrijf werken. Door de opkomst van het stadsgas, eerst voor verlichting maar al gauw ook vooe koken en warmwaterbereiding, moesten er ook gasleidingen worden aangelegd. Gasfitter was een nieuwer beroep en voor het werken met ijzeren pijpen ging men naar de smid. Automatisch kwam er naast gasfitterwerk ook waterleidingwerk bij, nodig voor de plaatsing van geisers. Mijn grootvaderhield het bij smidswerk maar mijn vader en mijn oom hielden zich daarnaast ook bezig met gas- en waterwerk. In die periode kwam ook de, kolengestookte, centrale verwarming steeds meer in gebruik en ook dit werd aan ons bedrijf toegevoegd. Nadat ook al het andere loodgieterswerk en electriciteitswerk werd uitgevoerd kon men spreken van een all round installatiebedrijf. Maar de oorsprong, het smidswerk, bleef ook.
Naast het leveren en onderhouden van haarden en kachels van bekende merken zoals Jaarsma en Frisia en anderen werden tussen 1920 en 1940 door ons bedrijf ook zogenoemde bushaarden gemaakt naar eigen ontwerp. Zij droegen de merknaam ARCHIPEL. Stond een gebruikelijk model haard in zijn geheel voor de schoorsteenmantel, een bushaard stond vrijwel geheel in de schoorsteenmantel en nam daardoor nagenoeg geen plaats in de kamer in. Hij bestond uit een buitenmantel met daarin een naar buiten draaibare buskachel. Deze bus leek nog het meest op een kachel zonder poeten maar had, in tegenstelling tot b.v. een normale salamanderkachel, een gietijzeren binnenwerk met circulatiemogelijkheid. Hij kon zowel in- als uitgedraaid worden gestookt. Behalve ruimtebesparing kon de bus ook eenvoudig worden uitgenomen voor schoonmaken en onderhoud. Van de nog aanwezige onderdelen werden in de Tweede Wereldoorlog eenvoudige losstaande kacheltjes gemaakt.
Na de oorlog heb ik er zelf nog een aantal in ons bedrijf in onderhoud gehad tot aan de komst van het aardgas medio de 60er jaren in de afgelopen eeuw. De praktische werkzaamheden van het familiebedrijf werden na mijn pensionering in 1997, na 104 jaar wegens gebrek aan opvolging gestaakt. Zelf maakte ik de evolutie mee van handegeregelde kolenstookhaarden via oliestook, naar computergestuurde en elektronisch geregelde en bevijligde gasgestookte cv-ketels. Wat nu nog rest van de bushaardn is één standaard model en één luxe model met veel koperwerk, deze laatste werd gemaakt voor eigen gebruik en zou zo weer gebruikt kunnen worden, verder zijn er nog enige naamplaatjes over.
Den Haag, november 2008
Dit verhaal maakte onderdeel uit van de tentoonstelling MijnDenHaag*Werkt ambacht en industrie
Een naamplaat zoals deze op, de door ons bedrijf gemaakte, bushaarden werd geplaatst.
Een kort stukje bedrijfsgeschiedenis. In 1893 begon mijn grootvader een zelfstandig smidsbedrijf in de Sumatrastraat in de Archipelwijk in Den Haag. In die dagen een nieuwbouwwijk die nog niet helemaal voltoooid was. Mijn grootvader verichtte alle soorten smidswerk met uitzondering van het hoefsmidbedrijf.
Vanaf het begin werd er ook gewerkt met en aan kolenfornuizen, haarden en kachels. Tussen 1898 en 1906 kwamen twee zoons, waarvan één mijn vader was, ook in het bedrijf werken. Door de opkomst van het stadsgas, eerst voor verlichting maar al gauw ook vooe koken en warmwaterbereiding, moesten er ook gasleidingen worden aangelegd. Gasfitter was een nieuwer beroep en voor het werken met ijzeren pijpen ging men naar de smid. Automatisch kwam er naast gasfitterwerk ook waterleidingwerk bij, nodig voor de plaatsing van geisers. Mijn grootvaderhield het bij smidswerk maar mijn vader en mijn oom hielden zich daarnaast ook bezig met gas- en waterwerk. In die periode kwam ook de, kolengestookte, centrale verwarming steeds meer in gebruik en ook dit werd aan ons bedrijf toegevoegd. Nadat ook al het andere loodgieterswerk en electriciteitswerk werd uitgevoerd kon men spreken van een all round installatiebedrijf. Maar de oorsprong, het smidswerk, bleef ook.
Naast het leveren en onderhouden van haarden en kachels van bekende merken zoals Jaarsma en Frisia en anderen werden tussen 1920 en 1940 door ons bedrijf ook zogenoemde bushaarden gemaakt naar eigen ontwerp. Zij droegen de merknaam ARCHIPEL. Stond een gebruikelijk model haard in zijn geheel voor de schoorsteenmantel, een bushaard stond vrijwel geheel in de schoorsteenmantel en nam daardoor nagenoeg geen plaats in de kamer in. Hij bestond uit een buitenmantel met daarin een naar buiten draaibare buskachel. Deze bus leek nog het meest op een kachel zonder poeten maar had, in tegenstelling tot b.v. een normale salamanderkachel, een gietijzeren binnenwerk met circulatiemogelijkheid. Hij kon zowel in- als uitgedraaid worden gestookt. Behalve ruimtebesparing kon de bus ook eenvoudig worden uitgenomen voor schoonmaken en onderhoud. Van de nog aanwezige onderdelen werden in de Tweede Wereldoorlog eenvoudige losstaande kacheltjes gemaakt.
Na de oorlog heb ik er zelf nog een aantal in ons bedrijf in onderhoud gehad tot aan de komst van het aardgas medio de 60er jaren in de afgelopen eeuw. De praktische werkzaamheden van het familiebedrijf werden na mijn pensionering in 1997, na 104 jaar wegens gebrek aan opvolging gestaakt. Zelf maakte ik de evolutie mee van handegeregelde kolenstookhaarden via oliestook, naar computergestuurde en elektronisch geregelde en bevijligde gasgestookte cv-ketels. Wat nu nog rest van de bushaardn is één standaard model en één luxe model met veel koperwerk, deze laatste werd gemaakt voor eigen gebruik en zou zo weer gebruikt kunnen worden, verder zijn er nog enige naamplaatjes over.
Den Haag, november 2008
Dit verhaal maakte onderdeel uit van de tentoonstelling MijnDenHaag*Werkt ambacht en industrie
Vraag me nu af was dat deze smederij?
Zou gaarne rechtstreeks contact opnemen.
Dan en groet, Frans van Lier