You need to upgrade your flash player
Ik zag laats op een plaatje zo’n oud geëmailleerd blauwe kruikje. Vroeger zag je mannen naar hun werk gaan met hun brood in een oude vale gestikte kantoenen zak en met zo’n blauw geëmailleerde kruikje met thee onder hun arm.
Het kruikje herinnerde me gelijk aan die tijd dat ik als jongen bij mijn Opoe kwam. Ja, alle kleinkinderen noemde haar allemaal Opoe. Ja, dat ging zo in de eind jaren ’40.
Opoe woonde samen met Dorus, zo noemde zij mijn Opa altijd in een oud klein twee kamerwoninkje met alkoof. Een huisje zonder warm water en een douche.
Op de ene hoek van de Parallelweg bij de Vaillantlaan tegenover de beroemde put was een melkzaak gevestigd en op de andere hoek woonde mijn Opoe en Opa. De huizen zijn daar inmiddels allemaal gesloopt en er is veel nieuwbouw voor teruggekomen.
Een piep klein keukentje met een kraan, boven een wit geëmailleerde gootsteen met een klein aanrechtje. De mensen wasten zich dagelijks toen nog met koud water in de keuken. Op het grijs granieten aanrechtje stond een oliestelletje en daarnaast het fornuis.
Ik herinner me nog heel goed dat vaak een grote pan kippensoep stond te pruttelen op het oliestelletje. Het rook zo lekker in dit oude huisje naar de geur van kippensoep vermengd met de walm van petroleum.
De keuken grensde aan een binnenplaatsje. Op dit kleine plaatsje was net ruimte voor enkele hokken met konijnen. Die arme beestjes werden heel goed verzorgd, maar waren in die tijd altijd voor de kerst bestemd. Later deed het liedje van Joep van “t Hek van “Flappie” me altijd nog wel eens hieraan terug denken.
Als ik bijvoorbeeld s’-woensdagmiddag bij mijn Opoe kwam bracht ik altijd wel groenteafval of oud brood mee om de konijnen te voeren.
Tegen twaalf uur hoorde je de fluitketel met water pruttelen op het fornuis. Opoe vulde daarna het donker blauwe geëmailleerde kruikje met thee. Ze riep me en zei Leo breng dat even naar Dorus.
Mijn opa werkte in de Callandstraat in een werkplaats waar rijtuigen gemaakt werden. Ik holde dan met het kruikje, verpakt in een dikke katoenen stikken zak, tegen het afkoelen onder het spoor viaduct door naar Opa.
Als ik de werkplaats binnenliep kwam Opa Dorus naar mij toelopen en pakte het blauwe kruikje met thee aan. Hij schonk de thee uit het blauwe kruikje in de ijzeren mokken die op de werkbank stonden.
Met een glimlacht op zijn gezicht zei mijn Opa dan tegen mij. Leo ga maar gauw effen naar de kroeg op de hoek. Zeg maar tegen de café baas dat het kruikje gevuld moesten worden met “vuurwater” voor Dorus.
Als ik dan terugkwam nam Opa gauw een slok uit de kruik en met een knipoog zei hij dan tegen me; Dat is goed tegen de kou en zeg maar tegen Opoe bedankt voor de lekkere thee.
Het was het geheim dat een jongen van een jaar of tien deelde met zijn Opa over het blauwe kruikje met Thee.
Leo van Leeuwen
Ik zag laats op een plaatje zo’n oud geëmailleerd blauwe kruikje. Vroeger zag je mannen naar hun werk gaan met hun brood in een oude vale gestikte kantoenen zak en met zo’n blauw geëmailleerde kruikje met thee onder hun arm.
Het kruikje herinnerde me gelijk aan die tijd dat ik als jongen bij mijn Opoe kwam. Ja, alle kleinkinderen noemde haar allemaal Opoe. Ja, dat ging zo in de eind jaren ’40.
Opoe woonde samen met Dorus, zo noemde zij mijn Opa altijd in een oud klein twee kamerwoninkje met alkoof. Een huisje zonder warm water en een douche.
Op de ene hoek van de Parallelweg bij de Vaillantlaan tegenover de beroemde put was een melkzaak gevestigd en op de andere hoek woonde mijn Opoe en Opa. De huizen zijn daar inmiddels allemaal gesloopt en er is veel nieuwbouw voor teruggekomen.
Een piep klein keukentje met een kraan, boven een wit geëmailleerde gootsteen met een klein aanrechtje. De mensen wasten zich dagelijks toen nog met koud water in de keuken. Op het grijs granieten aanrechtje stond een oliestelletje en daarnaast het fornuis.
Ik herinner me nog heel goed dat vaak een grote pan kippensoep stond te pruttelen op het oliestelletje. Het rook zo lekker in dit oude huisje naar de geur van kippensoep vermengd met de walm van petroleum.
De keuken grensde aan een binnenplaatsje. Op dit kleine plaatsje was net ruimte voor enkele hokken met konijnen. Die arme beestjes werden heel goed verzorgd, maar waren in die tijd altijd voor de kerst bestemd. Later deed het liedje van Joep van “t Hek van “Flappie” me altijd nog wel eens hieraan terug denken.
Als ik bijvoorbeeld s’-woensdagmiddag bij mijn Opoe kwam bracht ik altijd wel groenteafval of oud brood mee om de konijnen te voeren.
Tegen twaalf uur hoorde je de fluitketel met water pruttelen op het fornuis. Opoe vulde daarna het donker blauwe geëmailleerde kruikje met thee. Ze riep me en zei Leo breng dat even naar Dorus.
Mijn opa werkte in de Callandstraat in een werkplaats waar rijtuigen gemaakt werden. Ik holde dan met het kruikje, verpakt in een dikke katoenen stikken zak, tegen het afkoelen onder het spoor viaduct door naar Opa.
Als ik de werkplaats binnenliep kwam Opa Dorus naar mij toelopen en pakte het blauwe kruikje met thee aan. Hij schonk de thee uit het blauwe kruikje in de ijzeren mokken die op de werkbank stonden.
Met een glimlacht op zijn gezicht zei mijn Opa dan tegen mij. Leo ga maar gauw effen naar de kroeg op de hoek. Zeg maar tegen de café baas dat het kruikje gevuld moesten worden met “vuurwater” voor Dorus.
Als ik dan terugkwam nam Opa gauw een slok uit de kruik en met een knipoog zei hij dan tegen me; Dat is goed tegen de kou en zeg maar tegen Opoe bedankt voor de lekkere thee.
Het was het geheim dat een jongen van een jaar of tien deelde met zijn Opa over het blauwe kruikje met Thee.
Leo van Leeuwen
No comments