Knijpkat

In de winter van 1944 stierven we in huis van de kou. Bevoren ramen die verduisterd waren en een maag die rammelde van de honger. De kachel was ingestort omdat er asfaltbrokken in gestookt waren. De grootste ramp was wanneer ik, als 6 jarige, 's nachts moest plassen. Hard gillend riep ik dan mijn moeder die me net zolang bleef bijlichten met de knijpkat tot ik klaar was.

Mieke Meeuwisse